BALLROOM

Engelse Wals

De Engelse Wals, een stijldans die zijn oorsprong vond in 1921, evolueerde uit de Boston, geïntroduceerd vanuit de Verenigde Staten in 1874. Het kreeg zijn huidige vorm rond 1926. Het woord "wals" betekent letterlijk "draaien".

De muziek die de basis vormt voor de Engelse wals heeft een driekwartsmaat en beweegt doorgaans tussen de 28 en 31 maten per minuut. Soms wordt het zelfs trager gedanst, met zo weinig als 20 maten per minuut, maar dit vergt aanzienlijke vaardigheid. De dans kenmerkt zich door zijn romantische en langzame aard, met een stijging op tel twee naar een hoogtepunt op tel drie, gevolgd door een neergang om op tel één weer laag en wijd te gaan. Dit geeft de dans een golvend karakter. De passen van de Engelse wals zijn elegant en soepel, vloeiend van de ene beweging naar de andere. Dit wordt bereikt door bij voorwaartse passen laag over de hak en bij achterwaartse passen laag over de bal van de voet te gaan, afgewisseld met hoge passen over de tenen. Zijwaartse passen worden altijd over de tenen genomen. De hele dansvloer wordt benut tijdens het dansen en de zijwaartse passen dienen groot te worden uitgevoerd op de tweede tel.

De basiscombinaties van de Engelse wals omvatten wisselpassen (left~en right foot closed change) en draaibewegingen (natural turn en reverse turn). Een wisselpas bestaat uit een voorwaartse pas, een zijwaartse pas en het weer sluiten van de andere voet. Draaibewegingen zijn vergelijkbaar met wisselpassen, maar met toevoeging van een 3/8 draai. Basiscombinaties omvatten twee rechtse draaibewegingen (voorwaarts en achterwaarts, natural turn), gevolgd door een wisselpas met rechts, twee linkse draaibewegingen (voorwaarts en achterwaarts, reverse turn), en vervolgens een wisselpas met links. De basis heeft ook een verticale beweging, bekend als rijzen en dalen, die ontstaat uit het principe van swing en sway. Dit geeft de kenmerkende pendelbeweging die lijkt op een slinger van een klok.

Bekende variaties in de Engelse wals zijn onder meer de spinturn, de weave, de whisk en de chasse. Andere voorbeelden zijn: contra check, hesitation, whisk en fallaway.