De oorsprong van de Cha-Cha-Cha, vaak afgekort als "Cha-Cha", kan worden teruggevoerd naar Cuba in de jaren 1950. Het ontstond als een variant van de Mambo, een andere populaire dans in die tijd. De muzikale evolutie die leidde tot de Cha-Cha-Cha begon met de aanpassing van het ritme van de Mambo om een meer gedifferentieerde dansstijl te creëren.

De naam "Cha-Cha-Cha" is afgeleid van het geluid dat de voeten maken wanneer dansers hun stappen uitvoeren. Het ritme van de Cha-Cha-Cha is opzwepend en syncopisch, wat betekent dat het accent ligt op de "en" -tel tussen de hoofdslagen. Dit creëert een levendige en speelse sfeer in de dans.

De Cha-Cha-Cha werd al snel populair in danszalen in Havana en verspreidde zich vervolgens naar andere delen van Latijns-Amerika en de rest van de wereld. Het werd geïntroduceerd in de Verenigde Staten in de jaren 1950 en verwierf snel populariteit, mede dankzij de internationale bekendheid van Latijns-Amerikaanse muziek- en dansstijlen in die tijd.

Tegenwoordig wordt de Cha-Cha-Cha nog steeds wereldwijd gedanst, zowel als sociale dans als in competitieve dansomgevingen. Het is een integraal onderdeel geworden van de ballroomdansscene, waar het wordt gedanst in wedstrijden volgens strikte regels en criteria. Bovendien wordt de Cha-Cha-Cha vaak opgenomen in dansshows, films en televisieprogramma's, waardoor het een iconische en tijdloze dansstijl is geworden binnen de wereld van de Latijns-Amerikaanse dans.